Hoogopgeleide jongeren worden vol geraakt in de crisis. Goedbetaalde en zekere kantoorbanen komen niet meer terug, stelt Hendrik Oude Nijhuis.

Onlangs stelde ik dat Frankrijk wellicht de echte test voor het voortbestaan van de euro wordt. Het land voert amper hervormingen door, is weinig productief en kent een starre arbeidsmarkt. Gevolg is dat het Franse begrotingstekort verder oploopt en de werkloosheid stijgt, met name onder jongeren.

Flink wat lezers reageerden op het artikel. Sommigen stelden dat het geschetste beeld in zekere mate ook voor Nederland geldt. Klopt, in het bijzonder voor jongeren van zeg tussen de 25 en 35 jaar. Voor hoogopgeleide Nederlandse jongeren is ons land een soort ‘Spanje van het noorden’ aan het worden.

Hoogopgeleide jongere vangt klappen op

Nederlandse jongeren, ook de hoger opgeleiden onder hen, zit het momenteel van alle kanten tegen. Van onze overheid hoeven ze in financieel opzicht niet veel te verwachten, het geld is namelijk op.

Lag de staatsschuldquote (de staatsschuld als percentage van de economie) in 1975 nog onder de 50 procent, inmiddels is dat ruim 70 procent. Nederland voldoet daarmee niet meer aan de Europese norm, een norm waar onze politici tot voor kort andere eurolanden maar al te graag op wezen.

Opmerkelijk is dat de staatsschuldquote zo steeg in een tijd waarin babyboomers enorme bedragen aan inkomstenbelasting genereerden. Maar het wordt nog krommer: de afgelopen decennia was er ook nog een meevaller van ruim 200 miljard euro voortvloeiend uit onze gasopbrengsten.

Verstandige landen als Noorwegen stopten inkomsten uit de verkoop van olie en gas in een groot investeringsfonds, waar ze vervolgens in principe oneindig lang profijt van kunnen hebben. Nederland niet.

Evenmin werd het geld op andere wijze echt zinvol geïnvesteerd. Het merendeel werd verkwanseld aan een wel erg royale sociale zekerheid (uitkeringen) en allerlei extra bestuurslagen (ambtenaren).

Snoeien onderwijs, alleen nieuwe banen flexibel

Maar ook in andere opzichten lijkt de Nederlandse overheid maar weinig oog te hebben voor de volgende generatie en daarmee de toekomst van het land. Zo daalt het percentage van de rijksbegroting dat aan onderwijs wordt besteed al jaren. Dat gaat niet enkel direct ten koste van studenten, maar indirect wordt er de verdiencapaciteit van het land mee uitgehold. En vergeleken met landen als Duitsland en Zwitserland stellen de investeringen in kennis en ontwikkeling ook niet al te veel voor.

Plannen om de arbeidsmarkt te flexibiliseren gelden veelal enkel voor nieuwe gevallen, voor jongeren dus. Flexibiliseer je van een bepaalde markt slechts een klein deel dan wordt juist dat deel dubbel zo hard getroffen in tijden van crisis, zoals nu.

Wie in de huidige tijd desondanks een goedbetaalde baan vindt mag zijn handen dichtknijpen. Vaste contracten bestaan vrijwel niet meer voor starters op de arbeidsmarkt, een jaarcontract is vaak het hoogst haalbare. Voor een hypotheek hoef je tegenwoordig bij een (staats)bank niet meer aan te komen.

Hypotheek duurder

Heb je als hoogopgeleide jongere mét baan toch nog het 'geluk' een hypotheek te krijgen, dan krijg je van onze overheid veel minder gunstige (fiscale) voorwaarden dan alle andere hypotheekbezitters. Gevolg daarvan is dat de lucht maar heel langzaam uit onze huizenprijsbubbel loopt. Als starter op de woningmarkt ben je dus min of meer gedwongen teveel voor een huis te betalen.

Wie als jonge, hoogopgeleide jongere zo verstandig is de koopwoningmarkt voorlopig te mijden, kan uiteraard geen aanspraak maken op sociale woningbouw én huursubsidies. Sociaal zwakkeren kunnen voor een paar honderd euro in de maand in een sociale huurwoning in hartje Amsterdam wonen, hoogopgeleide jongeren mét baan mogen op de scheefgegroeide private huurmarkt al gauw het drievoudige betalen.

En wat betreft het pensioen: wanneer je overstapt van een pensioen gebaseerd op eindloon naar middelloon én de inflatiecorrectie in de praktijk afschaft, kan het pensioen voor jongeren per definitie niet veel voorstellen, wat voor smoesjes men ook verzint.

Baantjes hoppen of ondernemer

De vaste contracten van weleer bestaan zoals al aangeven vrijwel niet meer: alles wordt teruggeschroefd, verplaatst naar goedkopere landen of er wordt gewerkt met tijdelijke, flexibele krachten. Dit geldt niet enkel voor fabriekswerk maar juist ook steeds meer voor kennisintensieve werkzaamheden, die vroeger door de middenklasse verricht werden en nu feitelijk ook steeds meer laagbetaald worden.

Je hoeft geen visionair te zijn om te zien dat we naar een samenleving gaan zonder baanzekerheid. We zijn er nog niet, maar die kant gaat het wel op. En op zich is dat niet erg.

In dit nieuwe tijdperk heb je als (hoogopgeleide) jongere twee mogelijkheden. Of je kiest er bewust voor om telkens een tijdelijk contract te hebben en je arbeid - steeds meer een 'commodity' - op die manier te gelde te maken. Of je kiest voor ondernemerschap.

De goedbetaalde kantoorbanen van weleer, waarvan sommigen denken dat ze straks wellicht terugkomen, zijn voorgoed verdwenen. Welkom in de nieuwe wereld!

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl